top of page

Voor wie wacht, komt alles te laat – of komt het precies op tijd?

Bijgewerkt op: 23 mei

Mijn partner zegt het met regelmaat: “Voor wie wacht, komt alles te laat.”

Het is zo’n uitspraak die blijft hangen. Iets in mij wil hem tegenspreken – ik bén nu eenmaal iemand die wacht. Die pas iets uitspreekt als ze het zeker weet. Die niet roept: “Kijk mij eens iets nieuws doen!” zolang ze nog twijfelt of ze het wel kan.


Toen ik me aanmeldde voor de opleiding tot wandelcoach, hield ik het grotendeels voor mezelf. Niet uit schaamte, maar uit voorzichtigheid. Ik dacht: eerst maar eens kijken of ik het echt kan. Of ik me er thuis in voel. Of ik het durf. Pas dán ga ik het delen.


De bevestiging kwam niet van een diploma, maar van het lopen


De opleiding heb ik gedaan, ja. Maar het échte vertrouwen kwam pas toen ik begon te wandelen met anderen. Niet tijdens het leren, maar tijdens het zijn. Het lopen naast een ander. Het luisteren zonder oordeel. Het merken dat er vanzelf beweging komt – in de benen én in het verhaal.


Daarin vond ik de bevestiging dat ik het kan. Niet omdat ik het perfect doe. Maar omdat ik aanwezig ben. Omdat het klopt met wie ik ben.


Twijfelen, uitstellen – en toch gaan


Ik wacht vaak met dingen zeggen. Tot ik het kan bewijzen. Tot ik het waard ben. Tot ik zeker weet dat niemand denkt: “Wie denk jij dat je bent?”

Maar ik begin het langzaam anders te zien. Steeds vaker durf ik te zeggen: Ik ben wandelcoach. Niet schreeuwerig. Wel oprecht. Omdat ik het doe. Omdat het werkt. Omdat het klopt.


En hoe vaker ik het zeg, hoe meer ik het ook bén.


Wat onderzoek zegt: je groeit niet vóór de stap, maar dóór de stap


Gedragswetenschappers als Albert Bandura en Timothy Pychyl bevestigen dit proces: vertrouwen ontstaat niet door afwachten, maar door doen. Zelfvertrouwen groeit niet vóór een stap, maar tijdens – en na. Precies zoals ik het heb ervaren: door te lopen werd ik coach. Niet andersom.


En wat als mijn partner tóch een beetje gelijk heeft?


Die spreuk – voor wie wacht, komt alles te laat – blijft prikkelen. Misschien heeft hij gelijk. Misschien is wachten soms ook gewoon een vorm van uitstellen. Maar misschien is het ook: rijpen. Jezelf de tijd gunnen om zacht te groeien, niet te forceren.


Ik heb niet te laat gekozen. Ik heb gekozen op mijn tijd. En nu loop ik. Met vrouwen die ook zoeken. Die twijfelen. Die nog niet zeker weten of ze wel iets mogen zeggen. En ik weet nu: dat zijn juist de vrouwen die vaak iets wezenlijks te brengen hebben.



Herken je bovenstaande en wil je anderen helpen aan dit inzicht? Help mij en de ander om dit artikel te delen met een van de knoppen hieronder; dankjewel!

  • LinkedIn
  • Instagram
bottom of page