De taal van vriendschap
- Erike Walthaus
- 18 aug
- 3 minuten om te lezen

We denken vaak dat vriendschap vanzelf spreekt. Dat iemand die je al jaren kent, precies weet wat jij nodig hebt. Dat het genoeg is om er āgewoonā te zijn, en dat geven en ontvangen vanzelf in balans blijven. Maar de praktijk is vaak ingewikkelder.
Iedereen spreekt namelijk zijn eigen taal van vriendschap.
Voor de ƩƩn zit die in woorden: āIk ben er voor je, je bent belangrijk voor me.ā
Voor een ander juist in daden: een ritje van een uur maken, een pan soep voor je deur zetten of een kleinigheidje meenemen.
Weer een ander laat het zien door simpelweg aanwezig te zijn en zit stil naast je op de bank, zonder iets te hoeven oplossen.
Alle talen zijn waardevol. Maar waar het misgaat, is wanneer we de onze die van onszelf als maatstaf nemen.
Als geven niet wordt herkend
Ik sprak laatst een vrouw die altijd klaarstond voor anderen. Ze reed kilometers om een vriendin op te halen, bracht cadeautjes mee en regelde dingen. Maar op een dag barstte ze uit: āHet is nooit goed. Ze zeggen dat ik nooit eens bel of zeg dat ik van ze houd. Maar zien ze nou niet wat ik allemaal doe?
Aan de andere kant zat die vriendin met hetzelfde gevoel: Ze zegt nooit iets liefs. Ik weet niet of ik belangrijk voor haar ben.
Beiden gaven. Beiden verlangden. Maar omdat ze elkaars taal niet herkenden, bleef de pijn hangen.
De gemakkelijke reflex
In zulke situaties kiezen we vaak voor de makkelijke weg: oordelen.
Jij doet nooit dit, ik vind dat je dat verkeerd doet of ik zou dat nooit zo aanpakken.
Oordelen is heel eenvoudig, want het zet jou in de positie van degene die gelijk heeft. Maar het doet ook iets anders: het sluit de deur. De ander voelt zich kleiner, afgewezen, niet gezien. En misschien nog belangrijker: het maakt onszelf blind voor wat er wƩl wordt gegeven.
Nieuwsgierigheid in plaats van oordeel. Wat gebeurt er als je het oordeel loslaat, en in plaats daarvan nieuwsgierig bent?
Vraag eens aan de ander, hoe laat jij merken dat iemand belangrijk voor je is?
Zoān vraag opent. Het haalt de kou uit de lucht, en nodigt uit tot gesprek. Vaak hoor je dan verhalen of voorbeelden waarvan je denkt: O, dus dĆ”t is wat jij doet om je vriendschap te laten zien.
Die kleine verschuiving maakt ruimte. Niet omdat de verschillen verdwijnen, maar omdat ze eindelijk gezien worden.
Betekent dit dat je jezelf moet aanpassen? Niet helemaal. Vriendschap vraagt niet dat je je eigen taal opgeeft maar wel dat je bereid bent een paar woorden te leren in die van de ander.
De vrouw die vooral in daden sprak begon te oefenen met het soms uitspreken van haar gevoelens. De vriendin die vooral woorden gebruikte besloot om af en toe een praktisch gebaar te maken. Geen radicale verandering, maar een kleine brug.
En juist die brug maakt vriendschap dieper, omdat je laat zien: ik zie jou, en ik ben bereid een stukje met je mee te bewegen.
De spiegel van vriendschap
Wat we vaak vergeten, is dat vriendschap ons ook een spiegel voorhoudt. De manier waarop je naar de ander kijkt, zegt vaak iets over hoe je naar jezelf kijkt. Als je de ander voortdurend tekort vindt schieten, kijk je misschien met dezelfde strengheid naar jezelf.
Durf je die spiegel te zien? Durf je te erkennen dat jij óók vanuit je eigen behoefte naar de ander kijkt, en niet altijd objectief bent? Dat is kwetsbaar, maar ook bevrijdend. Want wie eerlijk is over zichzelf, kan ook eerlijker naar de ander kijken zonder te wijzen.
De rijkdom van verschil
Echte vriendschap ligt niet in gelijkheid, maar in verschil. In leren verdragen dat de ander iets anders geeft dan jij. In zien dat er meerdere talen bestaan om hetzelfde uit te drukken: zorg, liefde of nabijheid.
Vriendschap gaat niet om elkaar gelijk maken, maar om elkaar werkelijk te verstaan.
Misschien is dat wel de grootste uitnodiging die vriendschap ons biedt: dat we niet alleen leren ontvangen, maar ook leren kijken. Niet alleen vragen: Doe jij wat ik nodig heb maar ook: Zie ik wat jĆj geeft?
Want soms zit vriendschap niet in de vorm die jij verwacht, maar in de stilte van iemand die blijft zitten. In de kilometers die iemand rijdt. In de soep die op je stoep staat. In de kleine gebaren die groot worden, zodra je ze leert verstaan.
Spreek jij dezelfde taal als je vriendin, of ga je er vooral vanuit dat de ander die van jou begrijpt?
Wanneer heb jij voor het laatst echt gevraagd: Hoe laat jij merken dat iemand belangrijk voor je is?
En durf je ook te kijken naar jezelf, zonder oordeel, maar met nieuwsgierigheid?